Een farao is de naam voor een Oud Egyptische koning. Het woord Farao betekent: man van het grote huis, waarmee de Egyptenaren het grote mooie paleis van de farao en zijn echtgenoot bedoelden. De oude egyptenaren geloofden in leven na de dood, daarom probeerden ze het leven van een dode koning zo leuk mogelijk te maken maar ook het leven zelf, door al zijn slaven te vermoorden en ook in zijn grafkamer te leggen. Maar de farao kreeg ook een heel erg mooi leven. Ze bouwden voor de farao's enorme piramides, maar omdat grafrovers die gemakkelijk konden vinden en plunderen, begonnen de Oude Egyptenaren later tomben te bouwen in het dal der koningen. Het werkte; hoewel ook daar nog graven werden leeggeroofd, bleven er ook veel onontdekt door de grafrovers. De bekendste daarvan is Toetanchamon, die als farao niet veel bijzonders heeft gedaan hij stierf al jong maar hij werd wel werd begraven met een enorme schat.
Pas in 1922 werd zijn graf gevonden, het is het best bewaarde van alle graven in de vallei.
De bekendste farao aller tijden was Ramses II, ook wel Ramses de Groot genoemd. Die regeerde meer dan 66 jaar en werd meer dan 90 jaar oud. Ramses de Tweede bouwde vele gebouwen (zoals bijvoorbeeld de Aboel Simbel. Hij wordt algemeen beschouwd als grootste farao aller tijden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb